Mensen met hun kerstpakketten onder de arm
Mensen met hun kerstpakketten onder de arm
Met lede ogen zag iedereen om me heen aan hoe de seizoenen weer veranderden. Maar ik, ikzelf schepte er een stiekem genoegen in. Ik houd van de zomer, absoluut en ontegenzeggelijk! Heerlijk vind ik die zon op mijn huid, vind ik de gloed die doorwerkt in mijn gemoed. Vrolijk word ik er altijd weer van en levendig. Ik krijg een enorme energie van al het licht om me heen en de drang naar buiten te gaan. Maar tegen het einde van de zomer ben ik het altijd ook wel weer een beetje zat. Dan is hetgeen die gloed magisch en romantisch maakte er ook wel weer vanaf al. Dan verandert die drang om naar buiten te gaan in een drang om me af te wenden van dit alles, een drang om me lekker te nestelen in huis. De dagen worden korter, en straks met de verandering van de zomertijd zal dat nog wel weer erger worden. De dagen korter en de nachten langer. Het wordt donkerder buiten en onguur. Eigenlijk wil je het liefst zo min mogelijk buiten zijn en het leven binnen in huis wordt steeds fijner, het liefst ben je daar zo snel en zo lang mogelijk. Straks in de winter wordt het nóg fijner ongetwijfeld. Je moet laarzen aan en dikke jassen. En dat alles moet afgesloten met een heel arsenaal aan sjaals, mutsen en handschoenen. Zo warm mogelijk maken. Maar waarom naar buiten gaan als het binnen al lekker warm is? Mensen met hun kerstpakketten onder de arm op straat. Ze proberen niet uit te glijden over het ijs en de sneeuw en behoeden hun kerstpakketten nog maar net voor een val. Binnen de kerstpakketten uitpakken, kleine kreetjes van enthousiasme over wat zich erin bevindt. Kom, wie kan er nou niét van dit seizoen houden?